You are using an outdated browser. Please upgrade your browser to improve your experience and security.

z architecten

overzicht

Infomagazine Merelbeke, mei 2017

Het huis van onze toekomst

De kinderen zij het huis uit. Vele kamers in je huis staan leeg en worden nog amper gebruikt. Rhoddy Petit en Lieve Cabus – twee Merelbekenaren die duurzaamheid hoog in het vaandel voeren – kozen ervoor om hun oude woning in 2016 in te ruilen voor een nieuwe, duurzame stek, in Merelbeke-centrum. Aan de rijwoning van hun dochter, waar ze al heel wat renovatie-ervaring opdeden, was een garage aangebouwd, die ze vervingen door een nieuwe woning. Twee vliegen in één klap. De vrijstaande muur van de dochter werd geïsoleerd; zelf kozen ze voor een kleine, onderhoudsvriendelijke woning. “Ons huis was niet enkel te groot geworden”, vertelt Rhoddy, “het was ook handig om dichter bij onze dochter te gaan wonen. Een nieuwbouw leek ons niet meteen een onoverkomelijke zaak, ook niet op onze leeftijd (lacht) (Rhoddy is 65, zijn vrouw 63, nvdr.) Het ging om een kleine, maar fijne woning, een mooi project, waar we nog enkele jaren samen hopen van te genieten.”

Ik wou het net vragen: niet veel mensen van jullie leeftijd beginnen nog aan zo’n avontuur.

Rhoddy: “Ik weet het, maar wij hebben er altijd naar gestreefd om zo duurzaam mogelijk te leven. En dat betekent, in dit geval, kleiner gaan wonen en enkel de ruimte te benutten die we nodig hebben. Het was net vanzelfsprekend om die stap te zetten, maar we zijn wel blij dat we het gedaan hebben. We hebben meer dan 30 jaar in ons oude huis gewoond. We stonden er zelf versteld van hoeveel spullen we in die tijd verzameld hadden. Door te verhuizen hebben we veel van onze spullen kunnen weggeven.”

Hoe hebben jullie de bouw zelf aangepakt?

Rhoddy: “ We hebben eerst samen met de architecten een goed plan gemaakt. We wilden een huis dat aansloot bij onze noden en vooral beantwoordde aan de basisnormen van duurzaamheid. Het had bijvoorbeeld geen zin om de nieuwste warmtepomp te installeren of de laatste nieuwe zonneboiler. Niet omdat we niet in die technologieën geloven, maar wel omdat die investering niet in verhouding was met de energiebehoeften van onze kleine woning. Voor onze rijwoning volstond het om ene hoogrendementsketel te plaatsen en ons huis heel degelijk te isoleren. Wij hebben gekozen voor driedubbel glas, vloerverwarming en kwaliteitsvolle ecologische producten voor de afwerking, nl. fermacell en leem. Vandaag kennen we de EPB-waarde van ons huis nog niet, eerst moeten we nog zonnewering plaatsen, maar dat zal zeker goed zitten. We hebben ernaar gestreefd om een BEN-woning (Bijna Energie Neutraal, nvdr.) te creëren, binnen een houtskeletconstructie.”

En dat liep allemaal – met excuus voor deze flauwe grap – van een leien dakje?

Rhoddy: “Best wel, al ben ik toch enigszins verbaasd over hoe beperkt de kennis is rond ecologische en duurzame producten. Iedereen spreekt over duurzaamheid, maar als puntje bij paaltje komt, bots je toch op een traditionele benadering, zowel in de bouwsector als bij de administraties. Voorlopig, hopen we toch, hebben we bijvoorbeeld een hogere premie wat brandverzekering betreft, omdat houtskeletbouw een, zogezegd, groter risico inhoudt. De verzekeringsmakelaar las het woord ‘hout’ en koppelde daar meteen een hoger risico aan terwijl dat bij ons net zo groot of klein is als elders. Meer nog, door te kiezen voor fermacell en leem als afwerking is de kans op brand kleiner. Ik heb verder ook gemerkt dat de vakmannen en leveranciers van materialen vaak ook niet echt mee zijn in het duurzame verhaal: op een metertje ‘goedkopere’ koperdraad wordt niet gekeken, of handenvol vijzen die op de werf bij het afval belanden. Nochtans afkomstig van ertsen, en het delven ervan in mijnen is toch een brute ingreep in de aarde. Bovendien zijn de gevolgen voor de mensen die toevallig op de mijnsite wonen vaak ongelooflijk onrechtvaardig. Ook daar komt duurzaamheid om het hoekje loeren. Ik denk dat hier en daar toch nog wat sensibilisering nodig is vooraleer iedereen doordrongen raakt van de mooie principes achter de praktijk van ‘urban mining’.

Hebben jullie met het oog op jullie oude dag het huis al laten aanpassen?

Rhoddy: “We wilden dat wel, maar aangezien het een rijhuis is, is de gelijkvloerse oppervlakte beperkt en moeten slaapkamers en badkamer boven. We zorgden wel voor voldoende gebruiksgemak, zo kan makkelijk een trapliftje worden geplaatst. Onze fietsen staan bijvoorbeeld in de buitenhal aan de straatkant, altijd vertrekkensklaar. En in de badkamer ie een makkelijke inloopdouche, al hebben we ook een bad laten installeren. We hebben nog jonge kleinkinderen, zie je, voor hen is een badje leuker.

Jullie nieuwe huis valt op in de straat. Welke reacties krijgen jullie doorgaans?

Rhoddy: “De meeste mensen zijn erg positief als ze ons huis bezoeken, zowel qua aanvoelen als uitzicht. We hebben ook heel veel aandacht besteed aan lichtinval, iets wat in rijwoningen niet van zelfsprekend is. Vrienden en buren vinden het alvast een avontuur dat we zo klein zijn gaan wonen. Iets wat iedereen in onze situatie kan doen, hoor, maar ik zie dat veel mensen net de tegenovergestelde beweging maken: ze wonen in een groot huis, maar beslissen om toch nog iets bij te bouwen. Neen, dan liever zoals wij, we zullen verplicht worden ons kompas naar kleiner en minder te richten. Maar ook daar kunnen we perfect gelukkig mee leven.